Tuintips mei 2018
Wat kunnen we doen om de insecten te helpen?
“We kunnen vooral dingen laten. Niet meer zo vaak maaien, niet zoveel gif gebruiken, stukjes land even met rust laten. Wonderbaarlijk hoe snel de natuur dan opveert en de biodiversiteit op zo’n plek toeneemt. Zelf bijen houden in de stad is ook trendy geworden. Maar een groot probleem voor de bijen is, dat er nog maar zo weinig bloemen voor ze zijn. Als iedereen bijen gaat houden, hebben we straks een grote populatie ondervoede en kwetsbare bijen. Plant liever bloemen, daar help je bijen echt mee. Al is het een enkele bloempot op je balkon op vier hoog, bijen weten die te vinden”
Professor Dave Goulson – Trouw 2 juli 2017
Het verhaal van de bloemetjes en de bijtjes kennen we allemaal. De bij gaat van bloem naar bloem, strijkt langs de meeldraden, neemt daarbij wat stuifmeel mee, deponeert dit op de stamper en snoept en passant van de nectar (voor hem het belangrijkst). Als het proces gaat zoals het moet gaan, vormt er zich een vruchtje en heeft de bij, zonder het zelf te beseffen, z’n taak gedaan. Zo vanzelfsprekend als het lijkt, is het niet meer. Het insectenbestand (waar de bij dus ook onderdeel van uit maakt) is in de laatste dertig jaar met 75% afgenomen (volgens Duits-Nederlands onderzoek). Op oorzaken en gevolgen ga ik hier verder niet in, maar feit is dat bestuiving letterlijk van levensbelang is.
Iedereen die een tuin of een balkon heeft kan een bijdrage leveren aan het wel en wee van de bij. Gewoon door b.v. potten met bloeiende planten neer te zetten of een zakje bloemenmengsel uit te zaaien. Elke bloem en bij telt. Wie wordt er niet vrolijk van een uitbundige bloemenpracht?!
In mei wordt het al weer wat warmer en wordt de kans op nachtvorst steeds kleiner. Voorzaaien hoeft niet meer binnen te gebeuren, en vaak kan al ter plekke worden gezaaid. Bij het planten van eenjarigen kan het handig zijn nog een stukje vliesdoek bij de hand te hebben in geval van nachtvorst. Het gras van het gazon groeit nu hard. Maai regelmatig, één a twee keer per week. Maai het gras, zeker in het begin, niet te kort; 4 a 5 cm. Bemest regelmatig.
In mei begint ook het droge seizoen. Gieten of sproeien zal soms nodig zijn. Het is zonde om regenwater weg te laten vloeien in het riool, terwijl de tuin het soms hard nodig heeft. Vang het regenwater op in een regenton, zodat u dit op een gewenst moment kunt gebruiken. Regentonnen zijn er in diverse maten, hout of kunststof.
De vijver komt weer tot leven en de beplanting begint te groeien. Goed moment om zuurstofplanten te ‘planten’. Het water komt immers ook weer op temperatuur en de algen beginnen dan ook weer te groeien. Voor het geval dat het nog niet gebeurd is, verwijder afgestorven plantmateriaal en maak filter en slangen schoon. In de loop van mei kunnen groenblijvende hagen al weer gesnoeid worden, zoals buxus, taxus, hulst en coniferen.
