Nazomerboost voor tuin, terras en balkon

Augustus en september zijn best lastige maanden voor de tuin- en plantenliefhebber. Het kan nog erg warm en droog zijn en tussentijds kunnen we te maken krijgen met  hoosbuien, donder en bliksem en striemende wind.

tips om tuin, terras en balkon zo fris en fleurig mogelijk te houden

1. Hangen de geraniums en hortensia’s slap en hebben de rozen last van black spot (sterroetdauw)? Dan hebben ze dringend water nodig. Geef bij aanhoudende droogte en zonneschijn liefst in de vroege ochtend of in de avond water; in ieder geval niet midden op de dag, want het water verdampt dan snel. Sproei liever om de paar dagen gedurende langere tijd dan elke dag een beetje. Geef nieuwe aanplant de eerste dagen elke dag water. Ook potten, bakken en hanging baskets kunnen elke dag wel een plens water gebruiken. Zet schalen onder de potten en bakken, zodat ze optimaal van een regenbui kunnen profiteren. Doe dat zeker bij planten met groot blad, zoals hosta’s en purperklokjes, waarbij het regenwater via de bladeren vooral naast de pot valt.
2. Verwijder regelmatig de uitgebloeide bloemen van dahlia’s, begonia’s, petunia’s, rozen en potgeraniums (Pelargoniums). Dat zorgt voor een langere bloei, omdat de plant dan geen energie steekt in het vormen van zaden of vruchten.
3. Geef bloeiende potplanten iedere twee weken vloeibare mest om de bloei te bevorderen.
4. Gebruik bloeiende zomerbollen als dahlia’s, canna’s en (Abessijnse) gladiolen om kale plekken op het terras, balkon of in de border op te vullen. In de border kun je ze eventueel met pot en al ingraven, zodat je ze straks makkelijker kunt rooien.
5. Er zijn veel planten en struiken die goed tegen volle zon en droogte kunnen. Je kunt deze nu nog planten. Denk aan mediterrane kruiden als lavendel, marjoraan, rozemarijn en tijm, maar ook aan ezelsoor (Stachys byzantina), heiligenkruid (Santolina), hemelsleutel (Sedum), ijzerhard (Verbena bonariensis), kattenkruid (Nepeta), kogeldistel (Echinops), Mexicaanse madelief of fijnstraal (Erigeron), olijfwilg (Elaeagnus), vlinderstruik (Buddleja) en zonnehoed (Echinacea).
6. Zet plantensteunen bij hoge, ijle planten als riddersporen, monnikskappen en ruit (Thalictrum) of zorg ervoor dat ze omringd worden door stevige planten die ze bij hevige regenbuien en windvlagen overeind houden. Bind ook de ranken van klimplanten op.
7. Bemest het gazon en zaai nieuw gras op kale plekken. Snoei lelijk geworden planten terug en hagen als de taxus, liguster, conifeer in vorm. Ook in lavendel en buxus kun je nog een keer de schaar zetten.